top of page
2014-09-15 15.28.10.jpg

RASINFO OOSTERS KORTHAAR

Korthaar

Herkomst

De Oosters Korthaar en de Siamees, beiden afkomstig uit Thailand, verschillen enkel in de kleur van de vacht en de ogen. Volgens sommigen zou de Oosters Korthaar het oorspronkelijk type zijn en de Siamees, een Oosters Korthaar colourpoint, een variëteit. Beiden kwamen in Groot-Brittannië aan omstreeks het einde van de negentiende eeuw.

 

De Siamees genoot tussen 1920 en 1930 de voorkeur. De Oosters Korthaar interesseerde de Britse fokkers pas na 1950. Door Siamezen met Europees Korthaar katten van verschillende kleuren te kruisen kreeg men achtereenvolgens chocolate, witte (Foreign White) en blauwe Oosters Kortharen. Vanaf 1968 startten Amerikaanse fokkers de fok, de voorkeur gevend aan een extreme morfologie het meest lijkend op de actuele Siamees, terwijl de Britten een meer gematigd type verkozen.

 

De C.F.A. erkende het ras in 1972 onder de naam ‘Oriental Shorthair’. In 1994 erkende ze de langharige variëteit (Oriental Longhair) of Mandarin. De Oosters Korthaar komt niet veel voor. In Nederland en België kent men deze kat in alle variëteiten.

DSCF3146.JPG

Algemene kenmerken

Middelgroot, lang en slank, tenger, elegant maar goed gespierd. Lange poten. Kortharig. Gewicht: 4 tot 6,5 kg.

 

Karakter en bijzonderheden

Net zoals de Siamees is de Oosters Korthaar erg actief, extravert, fier, en gevoelig. Sociaal, hij houdt niet van alleen zijn. Speels, hij tolereert kinderen. Naar zijn baas is hij lief en vaak bezitterig, zelfs autoritair. Hij duldt geen onverschilligheid. Spraakzaam, met een krachtige stem. Hij heeft een jagerstemperament. De poes is vroegtijdig seksueel rijp (puberteit vanaf 9 maanden) en wordt frequent krols. Haar vruchtbaarheid is groter dan het soortgemiddelde. De verzorging is makkelijk, wekelijks borstelen is voldoende.

Uiterlijk

Hoofd

Lang, driehoekig, met de vorm van een spitse driehoek. Recht profiel zonder stop. In zijaanzicht is het voorhoofd licht bolrond. Fijne, goed gevormde snuit. Lange, rechte neus. Middelgrote kin.

Oren

Groot, ver uit elkaar, breed aan de basis, spits.

Ogen

Middelgroot, amandelvormig, zeer schuin geplaatst. Van elkaar gescheiden door een oogbreedte. Smaragdgroen of jadegroen behalve bij de witte Oosters Korthaar die blauwe ogen heeft. Gele of koperkleurige ogen worden toegestaan bij rode of crèmekleurige vachten. Let er op dat de definitieve kleur pas na één jaar bereikt kan worden.

Hals

Lang en slank.

Lichaam

Lang, slank, fijn, oosters type. Smalle buik. Fijne botten. Krachtige en lange spieren.

Poten

Lang, fijn, in goede verhouding met het lichaam. De voorpoten zijn iets korter dan de achterpoten. Fijne botten. Kleine, ovale voeten.

Staart

Lang, dun, zelfs aan de basis, uitlopend tot een punt.

Vacht

Kort, dicht, fijn, zijdeachtig, vlak aanliggend.

Kleur

Effen aftekeningen:

zuiver wit (Foreign White), zwart (Ebony), blauw, chocolate (Havana), lilac (Lavendel), cinnamon, fawn.

Tortievacht:

vachten waarbij de onderkant van de haren ontkleurd is: smoke en silver.

Tabbyvachten:

gemarmerde vachten (blotched): brede strepen.

Getijgerde vachten (mackerel):

smalle strepen die loodrecht op de wervelkolom staan.

Gevlekt (spotted):

ronde vlekken, gelijkmatig verdeeld.

Ticked:

gelijkmatige agoutivacht. De Oosters spotted tabby, eveneens Maus genoemd, wordt vaak met de Egyptische Mau verward. Tussen de strepen en de vlekken vinden we haren van het agouti type, met een afwisseling van donkere en bleke banden.

bottom of page